NL- 3ème

S1- Mijn vakantie

1) le passé composé ( V.T.T.)

Le passe compos

2) Het weer.

Je belt je vriend op en vraagt hoe het gaat, hoe het weer is en wat hij daar allemaal doet.

Het weer

3) prentbriefkaart

Je schrijft een prentbriefkaart naar je lerares Nederlands.

Prentbriefkaart

4) Een dag thuis 

a) Niet/ geen / nog / nog niet 

Een dag thuis 2Takenlijst

 

S2- Een CV maken

1) Personalia ( Wie ben je?)

2) Eigenschappen ( Hoe ben je?) Kinderkwaliteitenspel 701x1000 1 

3) Vaardigheden ( Wat kan je doen?)

Raadspel